Blindengeleidehond
Een blindengeleidehond leidt zijn blinde baas vloeiend van A naar B en kan daarbij alledaagse obstakels vermijden, zoals geparkeerde fietsen, vuilnisbakken en wegopbrekingen. Op commando kan hij bijvoorbeeld de zebra aangeven of de deur van de trein zoeken. Wat bijzonder is, dat hij een commando kan weigeren als dat voor de veiligheid noodzakelijk is. Een geleidehond moet dus niet alleen heel gehoorzaam zijn, maar ook zelfstandig keuzes kunnen maken.
Tijdens zijn opleiding leert de geleidehond dat hij 1 meter breed is en 2 meter hoog, zodat hij samen met zijn blinde baas nergens tegen aan loopt. Daarnaast moet hij afleiding leren negeren zoals andere honden, etenswaren op straat en mensen die tegen je praten. Een hele uitdaging want mensen en honden reageren veelal uitnodigend op de jonge hond. In de training wordt de hond dan ook veelvuldig beloond voor de goede keuzes die hij maakt.
Het is een misverstand dat de geleidehond zelf de weg weet. Hij heeft wel degelijk aansturing nodig waarheen er gelopen wordt. Zijn geleider moet dus zelf de route kennen om de hond op tijd een richtingcommando of zoekopdracht te geven.
Daarnaast is de geleidehond ook gewoon hond met hondse behoeften. Dagelijks los kunnen lopen in je eigen tempo en spelen met soortgenoten hoort daar ook bij. In de training wordt hieraan dan ook veel aandacht besteed.